Home Reizen van Jan en Carla



de BALTISCHE STATEN en Helsinki (Finland)

15 – 28 juni 2024



Inleiding

DE BALTISCHE STATEN + HELSINKI (Finland)
Wederom een vakantie in Europa en niet te ver weg: dit jaar worden het de drie Baltische staten. In 2004 maakten we al eens een stedentrip naar Tallinn en Riga, maar van het achterland zagen we toen niets. Nu gaan we hopelijk wat meer zien van deze twee landen. En om het drietal compleet te maken starten we in Litouwen en gaan dan verder naar Letland en Estland. Tot slot maken we vanuit Tallinn een korte oversteek naar Helsinki om ook deze stad in Finland te bekijken. We gaan in juni, dus lekker lange dagen daar in het noorden.

DE BALTISCHE STATEN (algemeen)
De Baltische staten zijn drie landen aan de Oostzee, ook wel Baltische Zee genoemd. Het zijn van zuid naar noord en van groot naar klein -ze verschillen niet veel in grootte- Litouwen, Letland en Estland.

Geschiedenis van de drie Baltische staten
In de 13e eeuw kwamen kruisvaarders en missionarissen uit Europa naar de Baltische gebieden om de bewoners te bekeren tot het christendom. De Litouwse stammen werden katholiek en richtten een eigen staat op, het Groothertogdom Litouwen. Estland en Letland daarentegen werden kruisvaardersstaten, waar de Duitse overheersers de heidense volkeren gewelddadig bekeerden. Ook waren m.n. Estland en Letland voor de Vikingen een doorgangsroute naar Rusland.

Tot de 16e eeuw zouden de kruisvaarders in Lijfland, zoals Letland toen heette, en Estland blijven. Na het vertrek van de kruisvaarders kwam het zuiden van het tegenwoordige Letland onder Pools-Litouwse invloed. Het noorden van Letland en Estland werden Deens en later Zweeds.

Litouwen groeide uit tot een belangrijke staat. Tussen de 13e en midden 16e eeuw omvatte het grootvorstendom het grondgebied van het huidige Litouwen, Wit-Rusland, Oekraïne en gedeelten van Polen en Rusland; het was toen de grootste staat van Europa (nooit geweten!). Daarna werd Polen belangrijker. Dit leidde in 1569 tot het samengaan van Polen en Litouwen in het Pools-Litouwse Gemenebest. Deze staat zou tot de 18e eeuw een belangrijke speler blijven in Oost-Europa.

Sinds eind 18e eeuw is de geschiedenis van de Baltische staten min of meer gelijk: vanaf die tijd vielen ze alle drie onder het Rusland van de tsaren en dit zou tot de Russische Revolutie in 1917 zo blijven. Na ca. 3 jaar strijd wisten de Baltische staten hun onafhankelijkheid te krijgen, maar deze vrijheid duurde niet lang: op 23 augustus 1939 sloten nazi-Duitsland en de Sovjet Unie een niet-aanvalsverdrag. Maar in een geheime clausule van dit Molotov-Ribbentroppact (vernoemd naar de ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen) kwamen Hitler en Stalin overeen dat zij ieder een deel van Polen zouden bezetten. Verder zou Litouwen tot de Duitse invloedssfeer behoren  en vielen Estland, Letland, Finland en een deel van Roemenië (nu Moldavië) onder Sovjet Russische invloedssfeer.

Na schijnverkiezingen in 1940 werden Estland, Letland en Litouwen als officieel deel van de Sovjet Unie ingelijfd. Echter in 1941 verklaarde nazi-Duitsland, ondanks het niet-aanvalsverdrag, toch de oorlog aan de Sovjet Unie en waren het nu de nazi’s die de landen bezetten. In 1944 kwamen de Sovjettroepen terug en verdreven de Duitsers. Herstel van de onafhankelijkheid kwam toen lange tijd niet meer aan de orde. Pas toen in de jaren ’80 Michail Gorbatsjov in de Sovjet Unie zijn campagne voor glasnost (openheid) en perestrojka (hervormingen) lanceerde ontstonden er Baltische bewegingen die dit steunden. Inmiddels was de tekst van de geheime protocollen bekend en concludeerden de Baltische landen dat ze in 1940 illegaal waren bezet en dat dus alles wat er daarna had plaatsgevonden juridisch ongeldig was. Vanaf dat moment eisten ze openlijk herstel van hun onafhankelijkheid. De bewegingen vonden brede steun onder de autochtone bevolking (er woonden inmiddels vooral heel veel Russen). Bijzonder was dat de communistische partijen van Estland en Litouwen braken met de Communistische Partij van de Sovjet Unie en zich achter de onafhankelijkheidsbeweging opstelden.

Al snel ontstonden er bij de drie landen plannen om op 23 augustus 1989, 50 jaar na het sluiten van het Molotov-Ribbentroppact, te komen tot een gezamenlijke vreedzame demonstratie. Er werd besloten tot een menselijke keten, die de steden Vilnius, Riga en Tallinn zou verbinden: de Baltische Weg.

de Baltische Weg
De route verbond de toren Lange Herman in Tallinn met de Gediminastoren in Vilnius. Op 23 augustus 1989 stroomden de mensen met duizenden tegelijk toe en zochten een plaats op en langs de wegen. Tegen de avond werd duidelijk dat niet iedereen een plek zou kunnen vinden. Hier en daar werden zijketens gevormd zodat toch iedereen mee kon doen.
Om precies 19.00 uur gaven de mensen in de keten elkaar een hand: de drie Baltische landen waren nu fysiek met elkaar verbonden. Een vliegtuig strooide bloemen uit over de keten. De verbinding duurde een kwartier. De dag eindigde met het ceremonieel ten grave dragen van het Molotov-Ribbentroppact aan de grenzen tussen de landen. Dit ging gepaard met feesten en vuurwerk. In Vilnius verzamelden zich duizenden mensen op het plein bij de kathedraal, waar ze kaarsen brandden en het volkslied uit de tijd van de onafhankelijkheid zongen. Op andere plaatsen waren gebedsdiensten of luidden de kerkklokken.
Volgens de meeste schattingen deden ca. 2 miljoen mensen mee aan de manifestatie. De keten was 600 km lang, incl. vertakkingen zo’n 650 km. Daarmee was de Baltische Weg de grootste menselijke keten uit de geschiedenis, zowel wat lengte als wat aantal deelnemers betreft.


REISROUTE

    • Amsterdam > VILNIUS
    • VILNIUS
    • Vilnius > Trakai > Kaunas > KLAIPĒDA
    • KLAIPĒDA > Nida > Klaipēda
    • Klaipēda > Heuvel der Kruisen > Rundāle > RIGA
    • RIGA
    • RIGA
    • Riga > Gaujas N.P. > Pärnu – SAAREMAA/Kuressaare  
    • SAAREMAA
    • Saaremaa/Kuressaare > TALLINN
    • TALLINN
    • Tallinn, boot  naar Finland > HELSINKI
    •  HELSINKI
    •  Helsinki, via Riga > AMSTERDAM (gecandeld)
    •  Helsinki > AMSTERDAM


    VERSLAG VAN DE REIS

    De dag ervoor

    Zoals inmiddels gebruikelijk wanneer we van Schiphol vertrekken rijden we de avond voor de reis naar Badhoevedorp. Het Ibis Hotel was al volgeboekt, dus slapen we dit keer in Ibis Budget; alles wat simpeler en krapper, maar alleen om te slapen is het prima.

    Dag 1, za. 15-06: Amsterdam – VILNIUS
    De dag begint weinig veelbelovend: de regen komt met bakken naar beneden. We zijn ruim op tijd op Schiphol en bij de security kunnen we zo doorlopen. Dat hebben we wel eens anders meegemaakt. Nog een drankje op het vliegveld en dan kan de reis echt beginnen. Na nog geen 2½ uur vliegen zijn we in Vilnius. Alles gaat voorspoedig: de koffers zijn er erg snel en het ritje met de bus naar het hotel duurt maar zo’n 10 min.

    Litouwen

    Algemeen

    Litouwen is het grootste (ca. 1,6 maal Nederland) en meest zuidelijke land van de Baltische Staten.
    Ligging
    Litouwen grenst aan Letland in het noorden, Wit-Rusland in het oosten, Polen en de Russische exclave Kaliningrad in het zuiden, en de Oostzee in het westen.
    Landschap
    Het land is overwegend vlak. Bijna 90% van Litouwen bestaat uit bos met meer dan 4000 meren, rivieren en moerassen. In het oosten liggen heuvels. Litouwen heeft 90 km kustlijn met mooie stranden. Er wordt veel barnsteen gevonden, ook wel het Baltisch goud genoemd.
    Hoofdstad
    Vilnius is de hoofdstad en tevens regeringszetel. Ze is genoemd naar de rivier Vilnia, die door de stad loopt. Omdat Vilnius altijd heeft opengestaan voor andere volken en geloven zijn er in deze stad kerken en kloosters in verschillende soorten en stijlen. Tijdens de Sovjetperiode was het christendom verboden en werden de meeste gebouwen verwaarloosd of -in het beste geval- veranderd tot russisch-orthodoxe kerk. De meeste kerken kregen andere functies zoals pakhuis, theater, museum, etc.
    Voor WO-II woonden er in Vilnius zo’n 100.000 joden; zij maakten toen 45% van de bevolking uit. Er stonden meer dan 100 synagogen en andere gebedshuizen en daarom werd Vilnius wel het ‘Jerusalem van het noorden’ genoemd. Uiteindelijk overleefden niet meer dan 5000 joden de oorlog in Vilnius.
    Vlag
    De kleuren van de Litouwse vlag zijn geel, groen en rood. Geel symboliseert zon, licht en welzijn. Groen staat voor de schoonheid van de natuur, vrijheid en hoop. Rood symboliseert aarde, moed en al het vergoten bloed voor het vaderland.

    Bevoking

    Litouwen telt ca. 3,5 miljoen inwoners, waarvan ongeveer 85% van Litouwse origine is. Verder zijn er minderheden van Polen, Russen en Wit-Russen. 2/3 van de bevolking woont in de steden, met als gevolg dat het platteland zeer dun bevolkt is.
    De Russische minderheid stamt voornamelijk uit de tijd dat Litouwen door de Sovjet Unie bezet was (1940-1990). M.n. aan het begin van WO-II vonden er massale verplaatsingen plaats: van Litouwers naar Siberië en van Russen naar de Litouwse steden. Na de dood van Stalin in 1953 deed men pogingen om de immigratie van etnische Russen te beperken, waardoor het aandeel Russen op de totale bevolking behoorlijk lager is dan in Estland en Letland. De Poolse minderheid is vooral geconcentreerd in het zuidoosten van het land; dit gedeelte van Litouwen behoorde tijdens het interbellum tot de Tweede Poolse Republiek.
    Cultuur
    Nationale tradities spelen een belangrijke rol; vooral zang is erg belangrijk, ook bij familiefeesten. Litouwers staan bekend als de zuidelijke types van het Balticum. Ze zijn meer open en ontspannen, minder georganiseerd en staan dichter bij de Slaven dan de Letten en Esten die vooral beïnvloed zijn door de Duitse adel.
    Taal
    Litouws. De jonge generatie Litouwers spreekt meestal ook Engels. Door de oudere generatie wordt over het algemeen alleen het Russisch als tweede taal gesproken.
    Religie
    Sinds de onafhankelijkheid in 1991 mag de godsdienst weer in vrijheid beleefd worden. De Litouwers zijn overwegend rooms-katholiek (79%). De Russische minderheid behoort vooral tot de russisch-orthodoxe kerk. Kleinere aantallen zijn protestant. Het jodendom telt nog nauwelijks aanhangers na de naziperiode.
    Naast hun geloof in de christelijke kerk, geloven veel mensen op het platteland van Litouwen in een hogere macht. Je vindt in veel huizen stenencollecties. Vroeger werden deze stenen aanbeden als goden en geesten. Zo had je de Perkunas of duivelssteen, genoemd naar de god van donder en bliksem.


    We beginnen onze reis door de Baltische staten dus in Vilnius, dat niet ver van de grens met Wit-Rusland ligt. ’s Middags nog even een bespreking over een aantal praktische zaken onderweg en dan gaan we met z’n tweeën even de omgeving verkennen. ’s Avonds gaan we met z’n allen in een restaurant in de stad eten om elkaar een beetje te leren kennen. Jan waagt zich aan een van de Litouwse nationale gerechten: Cepelinai of zeppelins, een soort gestoomde aardappel met een vleesvulling. De vulling is smakelijk, de omhulling wat minder.

    Dag 2, za. 16-06: VILNIUS
    De groep bestaat uit 22 personen, 2x 10 samenreizenden en 2 singles. Het merendeel gaat vanochtend een begeleide stadswandeling doen. Wij trekken ons eigen plan. Een van de singles, Jan Post, voelt ook niet voor zo’n gezamenlijke wandeling met gids en vraagt of hij met ons mee mag. Geen probleem. Het is schitterend weer. We zien al snel een goed onderhouden kerk; de eerste van vele, maar dat weten we dan nog niet! De volgende is de zoetroze kerk van St. Casimir, die tijdens de Sovjettijd een museum voor atheïsme (!) was. En dan naar de Poort van de Dageraad.
    De Poort van de Dageraad of Poort van het Morgenrood is de enige van de 9 overgebleven stadspoorten die tussen 1503 en 1522 gebouwd werden. In de 16e eeuw was het gebruikelijk dat stadspoorten religieuze voorwerpen bevatten om de stad te bewaken en reizigers te zegenen. De kapel van de Poort van de Dageraad heeft een icoon van de Maagd Maria, waarvan men zegt dat het wonderbaarlijke krachten bezit. Het is daarom ook een belangrijk bedevaartsoord.

      

    Om de hoek is de orthodoxe kerk van de Heilige Geest. De kleur van de groene iconostase vinden we opvallend maar niet per se heel mooi; de devotie van de aanwezigen weer wel. Voor de iconostase staat onder een baldakijn de crypte van 3 orthodoxe heiligen, waar ook een ritueel wordt gehouden; voor ons bijzonder om te zien.

    Op een terras drinken we een kop koffie. Opvallend is dat veel cafés/restaurants rijkelijk versierd zijn met bloemen, echte of afschuwelijk kitscherige. De gebouwen op het stadhuisplein zijn m.b.v. Europese subsidies schitterend gerestaureerd. In de Piliesstraat, de Kalverstraat van Vilnius, zie je veel stalletjes met barnsteen dat voor de kust van Litouwen veel gevonden wordt.

    Dan richting universiteit, de oudste (ongeveer even oud als die van Leiden) en grootste van het land. Het is een verzameling binnenplaatsen met gebouwen in verschillende bouwstijlen: van gotiek tot classicisme en wat er zoal tussen ligt. We komen langs het plein waar het presidentiële paleis staat. Bij toeval zijn we daar getuige van de ceremonie waarbij vlaggen gestreken en gehezen worden. Daarbij staan voor het paleis militairen in zowel historische als hedendaagse outfit. Een cadeautje op onze wandeling!

    We lopen verder naar de kathedraal van Vilnius met de losse toren.

    Na zijn bekering tot het Christendom in 1251 begon koning Mindaugas aan de bouw van de Kathedraal. Hij was nooit een echte gelovige, maar gebuikte dit om de Paus aan zijn zijde te krijgen en hier zijn voordeel mee te doen. Dus rond 1262 zwoer hij zijn geloof weer af! De kerk is gewijd aan de heiligen Stanislaus en Ladislaus. Hier werden de groothertogen van Litouwen gekroond en veel beroemdheden uit de Litouwse geschiedenis liggen begraven in de catacomben van de kathedraal. Het huidige gebouw is van eind 18e eeuw. In 1950 sloot het Sovetregime de kathedraal, die erna gebruikt werd als schilderijenmuseum. Pas in 1989 kreeg het gebouw zijn oorspronkelijke bestemming terug.

    In het midden van het plein ligt een tegel met het opschrift ‘stebuklas’ (=wonder). Deze symboliseert het beginpunt van de Baltische Weg, de menselijke keten tussen Vilnius, Riga en Tallinn in 1989. En dan naar de Gediminasheuvel. Niet lopend, maar met de kabelbaan want we zijn al een aantal uren onderweg. We voelen dat we een dag je ouder worden!

    Op deze plek zou de stad gesticht zijn. Volgens de legende was Gediminas aan het jagen en had hij een droom waarin hij een ijzeren wolf op een heuveltop zag huilen. Een sjamaan zei hem daarop dat hij een kasteel moest bouwen op een nabijgelegen rots met uitzicht over de 3 rivieren. Het kasteel ging in de 14e eeuw tijdens aanvallen van de kruisvaarders in vlammen op. Een eeuw later werd het herbouwd en werd er rond het kasteel een 320 m lange vestingmuur met 3 torens gebouwd. Ondanks de 3 m dikke muren werd het kasteel in de 17e eeuw zwaar beschadigd tijdens de oorlog met de tsaar van Rusland. In 1831 werd op bevel van de tsaar het geheel versterkt. Tijdens WO-II werd het kasteel opnieuw beschadigd. Tegenwoordig zijn alleen nog de kasteeltoren en wat omliggende ruïnes over. Dit kasteel staat symbool voor onafhankelijk Litouwen. Hier begon namelijk in 1989 de Baltische Weg. Op de toren wordt elke ochtend de Litouwse vlag gehesen en ’s avonds weer gestreken.

    Het uitzicht over de stad is zeker de moeite waard. Intussen is het de hoogste tijd om te lunchen. Dan naar de St. Annakerk, een kerk die beroemd is door zijn ritmische en vertikale lijnen, maar vooral door het gebruik van bakstenen. Deze zijn op 33 verschillende manieren verwerkt: 33 naar de leeftijd die Jezus heeft bereikt. Volgens het verhaal zou Napoleon helemaal weg geweest zijn van dit gebouw. Al de halve dag zijn we op zoek naar de kerk van St. Jan. Later blijkt dat we hier al een aantal keren voorbij gelopen zijn! Natuurlijk een foto van de 2 Jannen voor de kerk met hun naam. In Vilnius ligt ook een stadsdeel dat zichzelf tot republiek uitgeroepen heeft: Užupis. Zo’n ‘kunstenaarsrepubliek’ binnen een land of stad doet denken aan Ruigoord bij Amsterdam. Geen non-conformistische kunstenaarsrepubliek, maar wel een republiek binnen een land is Transnistrië in Moldavië (zie verslag 2018, Moldavië). Alleen in Transnistrië is het bloedserieus en de republiek Užupis is een ludiek gegeven, hoewel de wetten van tolerantie enz. wel in alle ernst gemeend zijn. Ik had erover gelezen en verwachtte er nogal wat van, maar het viel allemaal een beetje tegen. Wel zien we het standbeeld van ‘de Engel’, het centrale punt en tevens symbool van het niet erkende landje. De engel die een bazuin blaast, staat op een 8,5 m hoge kolom. Ze stelt de opleving en artistieke vrijheid van de stadswijk voor.


    Dan wordt het tijd om terug naar het hotel te gaan. Maar eerst nog even de dorst lessen bij een van de bruggen die toegang geeft tot de wijk. Vanaf het terras zien we op de tegenover liggende kademuur een bronzen zeemeermin. Het gerucht gaat dat zij iedereen kan verleiden om voor altijd in Užupis te blijven wonen. En onder de brug hangt een schommel waar een verliefd stel probeert droog te blijven. En dan echt naar het hotel waar we om 17.30 uur aankomen, licht gesloopt van een dag slenteren. Voor het avondeten vinden we een Oekraïens restaurant niet al te ver van het hotel.

    Dag 3, ma. 17-06: VILNIUS– Trakai – Kaunas - KLAIPEDA
    Bewolkt, maar een goede temperatuur. Het wordt een dag met ‘hindernissen’; zo kan ik het wel noemen. Om te beginnen komt de chauffeur van de bus niet op de afgesproken tijd, waardoor we een half uur later vertrekken. Dan rijden we naar Trakai, naar het kasteel dat je op veel plaatjes van Litouwen ziet.
    Vroeger woonden de Litouwse hertogen hier. De bouw van het kasteel begon halverwege de 14e eeuw als verdediging tegen de grootste vijand van Litouwen, de Duitse Orde. Later werd het kasteel de woonresidentie van de grootvorst van Litouwen en het zomerpaleis voor de koningen van Polen. De tijd en oorlogen hebben zeker effect gehad op de staat van het kasteel.
    Op afstand ziet het er wel leuk uit zo aan het meer, maar dichterbij zie je dat de restauratie niet zo fraai is uitgevoerd.

    We vervolgen onze weg naar Kaunas. Helaas mist de chauffeur de juiste afslag en moeten we een stuk omrijden.

    Kaunas heeft een roerige geschiedenis. In de 14e eeuw werd er een burcht gebouwd als verdediging tegen de Duitse Orde. In 1408 kreeg Kaunas stadsrechten, en ruim 30 jaar later sloot de stad zich aan bij de Hanze. Een welvarende periode brak aan, die duurde tot in de 17e eeuw. Gedurende de overheersing door Tsaristisch Rusland was Kaunas een belangrijke plaats in de westelijke verdediging van het Russische rijk. De Russen bouwden een ring van 9 forten rond de stad. Na WO-I werd Litouwen weer onafhankelijk, maar tijdens het interbellum werd Vilnius e.o. door de Polen geannexeerd en werd Kaunas de hoofdstad van Litouwen. In 1940 werd Litouwen weer ingenomen door de Sovjet-Unie en opnieuw werd Vilnius de hoofdstad van Litouwen. En dit bleef zo tot op de dag van vandaag, ook na de val van de Sovjet-Unie.

    Kaunas heeft een aardig centrum met een mooi stadhuis en nog enkele huizen uit de 15e eeuw.

    We lunchen op een terras. Af en toe een spat regen maar nog steeds warm en niet de moeite waard om iets aan te trekken of de paraplu te gebruiken. Onze volgende stop is Fort IX, niet ver van Kaunas. De laatste van de 9 forten. Tijdens WO-II deed het dienst als gevangenis en concentratiekamp van nazi-Duitsland. Naast dit ‘Fort van de Dood’ staat een indrukwekkend monument dat meer dan 15.000 joden herdenkt die in de regio Kaunas zijn omgebracht. Maar helaas, helaas: Jan ziet op zijn telefoon dat we niet goed rijden en tipt de reisleider. De bus wordt stil gezet, n.b. op een afrit(!) en er wordt bijna een kwartier overlegd. Eerst met de chauffeur, want het staat niet in zijn programma en dan telefonisch met de reisagent. Slot van het liedje: door alle foutjes deze dag is er al veel tijd verloren, dus rijden we maar door naar Klaipeda. Wel jammer, want had ik het monument graag gezien omdat het een bijzondere moderne vormgeving heeft. Inmiddels is het weer stralend weer. Als klap op de vuurpijl worden we in Klaipeda naar het verkeerde hotel gebracht. Wederom: dit staat zo in het programma van de chauffeur. Na weer een telefoontje blijkt de fout nu bij de reisagent te liggen. Uiteindelijk zijn we aan het eind van de middag bij het juiste hotel. Niet veel later rond etenstijd lopen we naar een winkelcentrum, waar ook een aantal restaurants zou moeten zijn. We eten bij een Italiaan. Vanaf onze tafel kijken we op een ijsbaan waar een paar mensen op schaatsen. Dat doet vreemd aan in de zomer. Wat later is de baan voor de jeugd van de ijshockeyclub. Er zitten zelfs kindjes bij van zo’n 5 à 6 jaar. Het is erg grappig om te zien hoe behendig en snel ze manoeuvreren. Na het eten lopen we nog even het winkelcentrum in. Het is zo immens groot dat we google-maps nodig hebben om er weer aan de goede kant eruit te komen!

    Dag 4, di. 18-06:KLAIPEDA – Nida – Klaipeda
    Om 08.00 uur vertrekken we naar de veerboot. Dit is overigens maar 3 min. rijden. Het is grijs bewolkt. We steken in ± 10 min. over naar de Koerse Schoorwal, een nationaal park. En daar meteen de zon!
    De Koerse Schoorwal is een 98 kilometer lange duinenrij die het Koerse Haf scheidt van de Baltische Zee. Het uiterst smalle schiereiland loopt van de Russische exclave Kaliningrad tot de Litouwse havenplaats Klaipeda. De zuidelijke helft (46 km) hoort bij Rusland, de noordelijke helft (52 km) ligt in Litouwen. Ongeveer halverwege ligt dus de Russisch-Litouwse grens. T.o.v. haar lengte is de landtong maar smal: vrijwel nergens is deze breder dan 3 km. Op het smalste punt is de landtong zelfs maar 350 m breed. De wal is ± 5000 jaar geleden ontstaan. Voor de kust lagen eilanden. Het zand dat de wind met de golven aanvoerde werd afgezet in de openingen tussen de eilanden. De mythe vertelt een ander verhaal: vroeger lag er een rij eilanden voor de kust. Op een ervan woonde een heel mooi meisje met lang haar dat Neringa heette. Ze groeide uit tot een reuzin. Het was een goede reuzin want ze hielp de vissers. Ze schepte de vissen in hun netten en zorgde ervoor dat ze geen schipbreuk leden. Op een dag zorgde de zeegod Bangputys (golvenblazer) voor een zware storm. Neringa schepte zand in haar schort en stortte dat uit tussen de eilanden, totdat ze verbonden waren. De zeegod kon de vissers niet meer dwarszitten en uit dankbaarheid noemden de vissers de landtong Neringa. Feitelijk is de Koerse Schoorwal een schiereiland: de Litouwse zijde is niet verbonden met het vasteland. De opening bij Klaipeada bleef open door het uitstromend water van de rivieren. Direct achter de Koerse schoorwal ligt het Koer(land)se haf, een meer van maximaal 5 m diep. De kustlijn aan kant van de Oostzee is recht en aan de andere zijde doorsneden met baaien en kapen. Door de straffe wind vanaf de Baltische Zee wordt zand opgeblazen, waardoor deze landtong altijd aan de wandel is. In de afgelopen 3 eeuwen zijn er al 14 dorpen op de landtong verzwolgen door het zand. In de 16e eeuw werden er veel bomen gekapt voor hout en om graaslanden te creëren. De Pruisische regering lanceerde in de 19e eeuw grootschalige herbebossings- en herbegroeiingsplannen. Dankzij die inspanningen is een groot deel van de landtong nu opnieuw bedekt met bossen. Het is een bijzonder mooi natuurgebied met bos en duinen, die tot de hoogste van Europa horen.

    Feitelijk loopt er maar 1 doorgaande weg over het eiland. We rijden naar Nida, een plaatsje dat zo ongeveer aan het eind van het Litouwse deel aan de Schoorwal ligt. We beginnen met een kop koffie en dan gaat ieder z’n eigen weg: een aantal huurt een fiets en gaat zo de omgeving verkennen, een aantal gaat wandelen en weer anderen gaan het dorp bekijken. Wij gaan, wederom in gezelschap van Jan P. een mooie lange wandeling maken. Langs het strand en door bebost duingebied, over schelpenpaden, plankieren en een trap van 180 treden … pfff ..

    We kunnen daar zowel de Baltische Zee als het Koerse Haf zien. We staan bovenaan de ‘moving sands’. In de verte kan je het Russische deel zien liggen. Verder staat er een grote moderne zonnewijzer en een beeld van een man die tegen de storm optornt. Heel toepasselijk in deze omgeving.

    Een eind verderop houdt het wandelpad op en rijden er auto’s. Borden ontbreken en we twijfelen eraan of we nog wel op de goede weg zitten. We vragen een paar jonge mensen of we wel in de richting van Nida lopen. Eerst wordt e.e.a. op een kaartje aangewezen, dat we later ook mogen houden. Vervolgens zeggen ze dat we met hun mee kunnen lopen, want ze gaan ook die kant op. En of we de oude vuurtoren al gezien hebben? Ze blijken pas getrouwd en we lopen met hun, gezellig pratend, in een kleine drie kwartier naar de vuurtoren. Hij weet nog een kortere route, maar die is pittig steil en ze hebben aanvankelijk niet door hoe oud deze wandelaars zijn! Bij de vuurtoren worden nog wat foto’s van elkaar genomen en dan gaan we gedrieën verder. Na de vakantie hebben we hun een paar foto’s gestuurd en daarop kregen we een aardig mailtje plus foto terug. Wat een ongelooflijk leuk en sympathiek stel.

    Hello Jan and Carla

    Thank you for the photos and the short trip to the  lighthouse. We have one photo as well. We wish you great adventures during your further travels. It was really a pleasure tot meet you.

    Sincerely,

    dr. Vytautas Kavaliunas

    Weer terug in Nida gaan we eerst op een terras wat eten. Het wordt koude bietensoep, waarbij gebakken aardappelen worden geserveerd. De kleur van de soep is zuurstokroze: het rood van de bieten en de witte crème fraïche veroorzaken dit mierzoete kleurtje. Maar de smaak is prima.

    Daarna slenteren we door het dorp en de haven en zien we her en der de windwijzers, die kenmerkend voor Nida zijn.

    De windwijzers vormen een traditie uit de 19e eeuw, toen vissers verplicht werden om zo'n windwijzer in de top van hun boot te hangen. Elk dorp had zijn eigen visgebied en door de windwijzer kon het schip makkelijk worden herkend. Aan elk dorp werd een eigen zwart-wit geometrisch symbool toegekend dat op de windwijzer moest worden aangebracht. In de loop der tijd werden de windwijzers steeds mooier en kleurrijker gedecoreerd. Nu doen ze geen dienst meer.

    En dan is het bijna eind van de middag en weer tijd om naar het hotel te gaan. ’s Avonds lopen we eerst langs een supermarkt om onze lunch voor morgen in te slaan. Daarna gaan we in het grote winkelcentrum waar we gisteren aten op zoek naar een ander restaurant. Maar ze zijn allemaal akelig leeg. Dan maar terug naar het restaurant van gisteren; geen straf trouwens. En zo eindigt een leuke en verrassende dag.

    Dag 5, wo 19-06: Klaipēda – Heuvel der Kruisen – Rundāle - Riga

    Het regent, maar de gestage regen zal in de loop van de dag afnemen en dan worden het wat verspreide buien. Maar aangezien het voor een groot deel een reisdag zal zijn hebben we er betrekkelijk weinig last van. We gaan vandaag naar Riga in Letland, maar eerst een laatste stop in Litouwen bij de Heuvel der Kruisen.

    Bij de stad Siauliai in Litouwen bevindt zich een bijzonder monument. Op een kleine heuvel hebben mensen hier sinds 1831 duizenden kruisen geplaatst.

    De oorsprong van deze praktijk is niet helemaal bekend, maar aangenomen wordt dat men kruisen begon achter te laten op het voormalige heuvelfort, na de opstand tegen Rusland. De tsaar onderdrukte de nationale identiteit van de Litouwers door hun godsdienstvrijheid in te perken, waarbij het families werd verboden hun doden te eren met een gepaste begrafenis op een kerkhof. Bovendien konden veel families de lichamen van de omgekomen opstandelingen niet vinden. Zij plaatsten daarom symbolisch kruisen op de heuvel. Later plaatste men kruisen voor mensen die naar Siberië verbannen waren en niet officieel mochten worden herdacht.

    Na WO-II waren er zo’n 200 kruisen, in 1960 al 2000. In de Sovjettijd was religie verboden en werd de kruisheuvel verboden gebied. Tussen 1961 en 1975 werd deze 4 maal door de Sovjets platgebrand en door bulldozers met de grond gelijk gemaakt. Maar de plaatselijke bevolking nam het risico op politieke straffen en bleef clandestien ‘s nachts weer houten kruisen neerzetten De heuvel bleef groeien tot een symbool van verzet en hoop.

    Omdat de heuvel officieel van niemand is staat het iedereen nu vrij om er kruisen neer te zetten. Nu staan, liggen en hangen er talloze kruisen in alle soorten en maten. Het precieze aantal is niet bekend, maar het moeten er vele duizenden zijn. En het aantal blijft nog steeds stijgen.

    Het geheel valt ons wat tegen. Natuurlijk is de hoeveelheid kruisen -en vooral hoe ze geplaatst zijn- bizar, maar wetend van de achtergrond van dit alles is het toch wel indrukwekkend. En ook nu nog zien we mensen met kruisjes lopen om te plaatsen. Niet veel later rijden we Letland binnen.
    Letland

    Algemeen

    De Republiek Letland is zowel geografisch als qua oppervlakte en inwonersaantal de middelste van de 3 Baltische landen. Het behoort tot de dunst bevolkte landen van de Europese Unie.

    Ligging

    Het land wordt begrensd door Estland in het noorden, Rusland in het oosten, Litouwen en Wit-Rusland in het zuiden en de Oostzee in het westen.

    Landschap

    Het landschap van Letland is vrijwel gelijk aan dat van Litouwen: grotendeels laagvlakte met in het oosten lage heuvels. Grote delen zijn moeras. Letland heeft veel water: veel meren en rivieren en natuurlijk de kust. Bijna de helft van Letland bestaat uit bos, waarin nog wilde dieren leven.

    Hoofdstad

    Riga is de hoofdstad en tevens grootste stad van Letland. Meer dan 1/3e van de Letse bevolking woont er. De luchthaven van Riga is de grootste van de Baltische staten. Riga is gesticht in 1201 als handelsstad aan de Oostzee, strategisch gelegen aan de Westelijke Dvina-rivier die tot ver in Rusland stroomt.

    De stad was een belangrijk centrum van het Hanzeverbond. Van de 13e tot de 15e eeuw ontleende het zijn welvaart aan handel met Midden en Oost-Europa. Sindsdien is het altijd een smeltkroes van landen en culturen geweest en ondanks buitenlandse overheersing is de handelsmentaliteit gebleven. In de 19e eeuw werd Riga een belangrijk economisch centrum, wat te zien is aan de vele schitterende gebouwen in Jugendstil. Algemeen wordt erkend dat Riga de mooiste collectie Art Nouveaugebouwen van heel Europa heeft.

    Vlag

    De vlag van Letland bestaat uit drie horizontale banen, waarvan de middelste witte baan half zo smal is als de twee buitenste donkerrode banen.

    Een legende zegt dat het ontwerp afkomstig is van de doek waarin tijdens een veldslag een vermoorde leider was gewikkeld; deze doek zou door het bloed rode randen hebben gekregen. Tegenwoordig wordt vaak beweerd dat het rood van de vlag zou staan voor de bereidheid van de Letten om hun vrijheid te verdedigen. Het wit staat voor zuiverheid en gerechtigheid.

    Bevolking

    Letland heeft ongeveer 2 miljoen inwoners waarvan 59% Letten en 28% Russen. Daarnaast Wit-Russen, Oekraïners, Polen en Litouwers.

    Nog meer dan in de buurlanden heeft in Letland de russificatie voor een grote instroom gezorgd van Russen, Wit-Russen en Oekraïners. Het gevolg is dat de helft van de bevolking Russischsprekend is. Na de onafhankelijkheid in 1991 werd de Letse nationaliteit automatisch verleend aan inwoners van Letland die in 1940 al in Letland woonden en aan hun directe afstammelingen. Personen die tijdens de Sovjetbezetting in Letland waren komen wonen (russificatie) en hun nakomelingen konden alleen via naturalisatie -d.w.z. na een inburgeringsexamen in de Letse taal- het staatsburgerschap verkrijgen. Minder dan een kwart van de Russischtalige bevolking heeft het staatsburgerschap; het overig deel heeft nog een Russisch paspoort en dus alleen een permanente verblijfsvergunning of is stateloos. Hierdoor kunnen veel Russen niet deelnemen aan de verkiezingen. De Russische minderheid vormt dus een aanzienlijk deel van de bevolking. Ze wonen in de zuidoostelijke districten en in Riga wonen zelfs meer Russen dan Letten! Niet zo gek dat de aanwezigheid van zo’n grote Russische minderheid regelmatig tot spanningen leidt. Wel is het zo dat het percentage Russen in Letland sinds de onafhankelijkheid langzaam terugloopt.

    Cultuur

    Ligo is in Letland het feest van de zonnewende/midzomer. Dit voorchristelijke nachtfeest wordt officieel twee dagen gevierd, daarom maken veel Letten er een korte vakantie van. In de steden worden meestal muziekfestivals georganiseerd. Op het Letse platteland, na zonsondergang, moeten vreugdevuren voorkomen dat het donker wordt tijdens de kortste nacht van het jaar. De mensen verzamelen weidebloemen en grashalmen, waaraan een magische werking wordt toegekend. Mannen dragen kransen van eikenbladeren in het haar en vrouwen dragen bloemenslingers. Ook huizen, boerderijen en het vee worden ermee versierd.

    Taal

    Het Lets is de enige officiële taal van Letland. In 2011 sprak nog 34% van de bevolking thuis Russisch. In 2012 werd er een referendum gehouden om te kijken of het Russisch de tweede officiële taal zou moeten worden. Bijna 75% van de stemmers was tegen. Een aantal jaren later werd besloten om het Russisch op scholen af te bouwen zodat er enkel nog in het Lets onderwezen wordt.

    Religie

    In Letland is de meerderheid luthers (58%). Daarnaast zijn er rooms-katholieken en russisch-orthodoxen. Tijdens de Sovjetoverheersing werden kerken en kloosters gesloten en geestelijken gedeporteerd. In die tijd trokken de mensen zich vaak terug in het bos. Ze bouwden er kleine kapellen die versierd werden met symbolen uit het oude natuurgeloof. Nog steeds neemt het oude volksgeloof een belangrijke plaats in. Men gelooft dat alle aardse dingen zoals bomen, dieren of zelfs stenen, een eigen spirituele kracht bezitten. Net als in Litouwen kom je hier in veel huizen ook nu nog uitgebreide stenencollecties tegen, die vroeger werden aanbeden als goden en geesten.

    Niet veel later stoppen we bij paleis Rundale.

    Dit paleis werd in de 18e eeuw door een Italiaanse architect gebouwd. Hij was later ook de architect van het Winterpaleis in Sint-Petersburg. Als voorbeeld diende het kasteel van Versailles. Het interieur telt 138 zalen over 2 verdiepingen en tuinen in Franse stijl.

    We nemen eerst een kop koffie en besluiten dan geen kaartje voor het paleis te kopen. We hebben al meer van dit soort paleizen gezien en ze zijn min of meer hetzelfde. Bovendien houden we niet zo van al die overdaad aan goud, porselein, etc. Daarom gaan we alleen de tuin bekijken. Aangekomen in Riga lopen we eerst een winkel in om zakdoekjes in te slaan, want we zijn allebei snotverkouden. We eten heel simpel in het eerste het beste restaurant dat we tegenkomen en hopen morgen op een minder snotterige dag.

    Dag 6, do. 20-06: RIGA

    Na het ontbijt gaan we in gezelschap van Jan P. Riga verkennnen. De eerste bezienswaardigheid die we zien is het 42 m hoge vrijheidsbeeld van Riga met de naam Milda.

    Het Vrijheidsmonument wordt beschouwd als een belangrijk symbool van de Letse onafhankelijkheid. Het werd in 1935 onthuld en eert de soldaten die tijdens de Letse Onafhankelijkheidsoorlog van 1918-1920 zijn gesneuveld. Ze houdt 3 sterren vast, die staan voor de drie provincies van het Russische Rijk waaruit Letland is ontstaan. Het opschrift van het Vrijheidsbeeld luidt: voor vaderland en vrijheid. De Sovjets hadden plannen om Milda te vervangen door Peter de Grote, maar dat werd voorkomen. Tijdens de Sovjetbezetting ontsnapte het monument een paar keer maar net aan de sloop.

    De straat achter het Vrijheidsbeeld heet de Vrijheidsstraat (eerdere namen waren Leninstraat en Hitlerstraat).

    Vlakbij bevinden zich de Nationale Opera en de bekende Laima-klok, die in 1924 werd gebouwd. Een klein stukje door het park en we komen in het oude gedeelte van de stad, waar meteen de Poedertoren (1650) opvalt. Ooit was dit onderdeel van Riga’s verdedigingssysteem. De naam is ontstaan in de 17e eeuw toen er buskruit in werd opgeslagen. Later werd de toren voor andere doeleinden gebruikt.

    Min of meer naast de Poedertoren staan de Jacobusbarakken. Ze werden ooit gebouwd voor de Zweedse soldaten. Nu zijn er winkels en terrasjes. Op de oostelijke gevel van de kazerne staan de wapenschilden van alle steden van het land.

    Aan de overkant van de Jacobusbarakken staan delen van de oude stadsmuur, waarin de Zweedse Poort.

    De Zweedse Poort werd in 1698 gebouwd om het stadscentrum te verbinden met de kazerne, die toen net buiten de stad lag. Het verhaal gaat dat een meisje hier stiekem afsprak met een Zweedse soldaat. Toen men daar achter kwam heeft men het meisje hier ingemetseld. ‘s Nachts zou je haar kunnen horen huilen.

    Even verder zien we het Kattenhuis.

    Het dankt zijn naam aan de beelden van twee katten op het dak. De eigenaar van dit huis was Let en mocht daarom geen lid worden van het Grote Gilde ertegenover, want alleen Duitsers konden lid worden van dit gilde. De Let liet zijn ongenoegen daarover duidelijk blijken door 2 katten op zijn huis te plaatsen met de staart omhoog en met het achterwerk naar het gilde aan de overkant gericht. Het gilde nam dat niet en spande een rechtszaak aan die werd gewonnen: de katten moesten worden gedraaid.

      

    Dan naar de 3 huizen die bekend staan als De Drie Gebroeders.

    Het zijn de oudste middeleeuwse huizen van Riga. Toen was deze straat een plaats voor ambachtslieden aan de rand van de stad. Het rechter huis is het oudste van de drie (eind 14e eeuw). De stad onderhield toen handelsrelaties met de Nederlanden en de Nederlandse invloed op de architectuur is duidelijk zichtbaar. De andere zijn 17e eeuws.

    We drinken koffie op een piepklein binnenplaatsje van een restaurant dat tegen de achtermuur van de St. Jacobskathedraal is gebouwd. De kerk staat zo ongeveer tegenover het Letse Parlement, waar voortdurend een paar militairen op en neer lopen. Aan het Dom- of Kathedraalplein staat, behalve natuurlijk de kerk, o.a. ook het Beursgebouw. De kathedraal van Riga is een van de oudste kerken van het land. De oorspronkelijke kerk werd hier in 1211 gebouwd in opdracht van bisschop Albert van Riga. Hoewel de kerk sindsdien veel veranderingen heeft ondergaan, wordt ze nog steeds beschouwd als de grootste middeleeuwse kerk in de Baltische staten. We gaan hier luisteren naar een orgelconcert. Dan is het tijd om een hapje te eten. Dit doen we op het Livuplein met de vele terrasjes. Vervolgens zoeken we de St. Pieterskerk op, de hoogste kerk van Riga met een toren van ruim 123 m., vooral om vanaf die toren van het uitzicht over de stad te genieten.

    Eerst een paar trappen en dan verder met de lift naar 72 m. Boven waait het stevig en is het daardoor zelfs koud. Maar het uitzicht maakt alles goed. We zien de stad en de rivier en ook de nieuwe bibliotheek aan de overkant van de rivier. Deze werd in augustus 2014 geopend. In een menselijke ketting hebben naar schatting 15.000 Letten een paar duizend bibliotheekboeken naar het nieuwe pand verhuisd. Dit was een verwijzing naar de Baltic Way 25 jaar eerder.

    Het Stadhuisplein is ons volgende doel. Aan de andere kant van het stadhuis staat het Huis van de Zwarte Koppen.

    Het oorspronkelijke huis werd in de 14e eeuw gebouwd voor de Broederschap van de Zwarte Koppen, een gilde voor ongehuwde kooplieden, reders en buitenlanders in Riga. Hun beschermheilige was Sint Mauritius, die vaak werd afgebeeld als Moor – vandaar de naam van het gildehuis. Zij waren berucht om hun uitbundige banketten en feesten. Volgens sommige verhalen werden deze feesten zelfs bijgewoond door Europese vorsten, die zich vermomden om niet herkend te worden. Veel details werden in het begin van de 17e eeuw toegevoegd, o.a. de trapgevel, de astronomische klok, de wapenschilden en de beelden van Neptunus, Mercurius, Eendracht en Vrede op de gevel. Bombardementen (en ook de Sovjets) verwoestten dit gebouw, maar het werd tussen 1996 en 1999 herbouwd zoals het  oorspronkelijke ooit was. Het enige deel dat niet werd verwoest was de kelder. De oudste overgebleven delen dateren uit de 14e eeuw.

    En dan vinden we het welletjes: we zijn moe van het geslenter en terug naar het hotel is ook nog een half uur lopen. Op het eind van de middag zijn we weer op de kamer. Het was vandaag weer een prachtige dag: zon-zon-zon en ± 23°. En dan heb ik het nog helemaal niet gehad over al die schitterende panden die we overal zagen. Jan heeft 2 restaurants redelijk in de buurt opgezocht. Het ene blijkt niet meer te bestaan. Het andere is een vegetarisch restaurant; niks mis mee. We beginnen met champignonkroketten, maar die lijken in de verste verte niet op wat bij ons die naam heeft. Om te beginnen zijn ze rond; oké, een bitterballetje dan. Maar het blijken hele stevige, melige en nogal smakeloze ballen met de structuur van gehakt te zijn. Dan wraps met pulled jackfruit. Ze smaken ons niet en de hoeveelheid is gigantisch. Ik denk dat we nog niet eens een kwart van het bestelde gegeten hebben. Jammer.

    Dag 7, vr. 21-06: RIGA

    Nog een hele dag in Riga en het belooft weer mooi weer te worden. We gaan als eerste naar de wijk met de fraaie Jungendstilgebouwen. Nu zie je door de hele stad mooie gebouwen uit die tijd, maar hier zijn ze wel heel schitterend en veel bij elkaar, m.n. in en om de Albertu Iela; deze straat lijkt een openluchtmuseum Jugendstil! Het is wel duidelijk waar aan het eind van de 19e en bgin 20e eeuw het grote geld zat. Aangezien deze wijk een behoorlijk stuk lopen van het hotel ligt zoeken we daar aangekomen eerst een plek voor een kop koffie. We belanden in een ‘huiskamercafé’ in de stijl van de 20-er jaren van de vorige eeuw. Leuk en bijzonder.

    In 2004 waren we ook in deze buurt en het valt ons op dat er nu veel meer bomen staan. Maar dat kan ook aan het jaargetijde liggen: toen waren we er begin mei. Verder zien we een pand -we herkennen het van destijds- dat er nu wel erg vervallen uitziet. Tijden veranderen. (Voor foto’s van deze Jugendstilwijk: zie 2004, Tallinn en Riga dag 4 t/m 6) We lopen een klein museum in, dat laat zien hoe men in die tijd leefde, compleet met dames gekleed in de stijl van 100 jaar geleden, een film over de Jugendstilarchitecten en natuurlijk veel nostalgische herkenning.

      

    Na al dit moois op weg naar de grote Orthodoxe Kathedraal Geboorte van Christus, gebouwd toen het land deel uitmaakte van het Russische rijk. Hij mag dan wel zo’n 150 jaar oud zijn, maar is zo goed onderhouden dat hij gloednieuw lijkt. De kerk heeft in de loop der jaren verschillende veranderingen ondergaan. Zo maakten de Sovjets er een planetarium en café-restaurant van, want zij waren tegen religie, zelfs tegen de russisch-orthodoxe. Gezien de plaats (een kerk) werd er gegrapt dat God alles hoorde wat daar besproken werd! Sindsdien is het gebouw volledig gerestaureerd als kerk en worden er weer orthodoxe diensten gehouden.

    Dan naar de Centrale Markt van Riga.

    Het complex bestaat uit 5 grote hallen waarvan er 4 aan elkaar geschakeld zijn en verbonden door een middenpad. De 5e en grootste staat haaks op de andere. Het totale vloeroppervlak bedraagt 57.000 m². Rond de markthallen is een openluchtmarkt waar fruit, groenten, kleding en curiosa verkocht worden.

    Voor deze overdekte markt werden stalen gebinten gebruikt van voormalige zeppelinhallen die het Duitse bezettingsleger had  achtergelaten. Deze stalen constructies werden gedemonteerd en opnieuw opgericht aan de zuidkant van de oude binnenstad van Riga, op een strategische plek waar een treinstation, een stadskanaal en een doorgaande weg een gemakkelijke aanvoer van de levensmiddelen konden verzekeren. In de 20-er jaren van de vorige eeuw werden rond de stalen constructies de muren opgetrokken in art-decostijl. De hallen waren onderkelderd en voorzien van grote diepvriezers en een systeem met liften en kranen om een vlotte aanvoer van de producten mogelijk te maken. Het complex had de beschikking over elektrisch licht en centrale verwarming en behoorde bij de opening in november 1930 tot de modernste overdekte markten ter wereld. Er zijn verschillende hallen met meer dan 3000 kraampjes en eetstandjes voor de diverse producten.

    Buiten staat een enorme hoeveelheid kramen met vooral kersen, heel veel kersen, en ook aardbeien en bosbessen zijn alom aanwezig. We kunnen het niet laten een zak kersen te kopen (die later die avond wordt weggegooid, omdat er toch wel veel hele slechte tussen zitten; zonde). Dan de overdekte hallen in. Altijd leuk. Veel gedroogde vis. Ook haring in het zuur met de naam ‘rolmopsi’(!). Verder is er een deel met eettentjes en tafels, waar je aanschuift bij anderen om je hapje op te eten. En zo doen wij het ook. Zoals te verwachten is het er erg druk. Er komt een groepje uit Portugal aan tafel, met o.a. een paar oudere dames. Een rol koekjes gaat open en wordt ons gepresenteerd. Later worden ook nog snoepjes en kersen (veel te zuur voor Jan!) met ons gedeeld. Lief toch? We kijken nog even rond en gaan dan weer richting binnenstad. Het is vandaag en morgen Ligo, het feest van de zonnewende. Je ziet veel mensen met bloemen lopen, m.n. veldbloemen zoals margrieten, korenbloemen en korenaren. Veel vrouwen/meisjes dragen bloemenkransen in het haar en een enkele man een krans van eikenbladeren, vanouds een teken van kracht.

    Er is muziek en er zijn braderieën, zowel in de parken als in de oude stad. En vooral is de sfeer heel gezellig. We bekijken dit vanaf een terras met een glas (alcoholvrij) bier en lopen dan terug naar het hotel, want het is inmiddels al eind van de middag. Na een paar uur lopen we toch weer de binnenstad in om nog wat te drinken en te eten. Het is nog erg druk en gezellig. De belofte voor mooi weer is uitgekomen: het was heel aangenaam, net als gisteren.

    Dag 8, za. 22-06: Riga – Gaujas Nationaal Park – SAAREMAA

    Vandaag vertrekken we weer uit Riga en ook uit Letland en gaan naar het Estse eiland Saaremaa. We rijden vrijwel de hele dag door bosrijk gebied. In het stroomgebied van de Gaujarivier ligt het Gaujas N.P..We stoppen bij het kasteel van Turaida, of eigenlijk wat er van over is.

    Kasteel van Turaida

    Aan de overkant van de Gaujarivier ligt het recent gereconstrueerde middeleeuwse kasteel van Turaida. Het werd gebouwd in 1214 op de plaats van een verwoest houten kasteel. De bouw duurde een paar eeuwen. In de 17e eeuw begon het kasteel haar strategisch belang te verliezen en na een brand in de 18e eeuw werd het geleidelijk een ruïne. De restauratie van het kasteel begon in 1970.

    We beklimmen de toren, een flinke klim over een donkere, steile wenteltrap en hebben boven een mooi uitzicht over de Gaujarivier en het bos. Vlakbij het kasteel staat een kleine houten kerk, een van de oudste van Letland, waar ‘de Roos van Turaida’ begraven ligt. Op een steenworp afstand is een monument ter nagedachtenis aan haar.

    De Roos van Tiuraida.

    Zij was een 19-jarig meisje dat in 1620 door een Poolse officier werd vermoord in de grotten rond de vesting. Volgens de overlevering was zij verliefd op een tuinman van een nabijgelegen vesting, maar werd zij door de officier in de val gelokt. Er zijn bewijzen gevonden dat dit verhaal op waarheid berust.

    Estland

    Algemeen

    De Republiek Estland is de meest noordelijke Baltische staat. Houten gebouwen en blokhutten zijn typisch voor Estland. Het land heeft lange tijd banden met Europa gehad. Zo voeren in de middeleeuwen veel schepen vanuit Vlaamse en Nederlandse Hanzesteden op de hoofdstad Tallinn.

    Ligging

    Estland grenst aan Rusland in het oosten, Letland in het zuiden, de Oostzee/Baltische zee in het westen en de Finse Golf in het noorden. De hoofdstad Talinn ligt hemelsbreed maar 84 km van de Finse hoofdstad Helsinki en 320 km van de Russische stad Sint-Petersburg.

    Landschap

    Wat landschap betreft lijkt Estland op de andere twee Baltische staten. Het land heeft oneindig veel naaldbomen en het prachtige reusachtige Peipusmeer. Dit is een van de grootste meren ter wereld en ligt gedeeltelijk in Estland en Rusland. Voor de kust van Estland liggen honderden eilanden, waarvan de meeste onbewoond zijn. Deze eilanden maken ongeveer 10% van het Estse grondgebied uit. De lange kustlijn wordt in het noorden gekenmerkt door hoge kliffen, sommige zo’n 50-75 m hoog, het westen heeft vooral brede zand- en kiezelstranden.

    Hoofdstad

    Tallinn is de hoofdstad en tevens grootste stad van het land en behoort tot een van de best bewaarde middeleeuwse steden van Europa.

    Tallinn was jarenlang een Hanzestad en dit is nog steeds te zien in het straatbeeld. In haar roerige verleden stond de stad onder het bewind van Denen, Zweden, Duitsers en Sovjets. Al deze machthebbers hebben hun stempel op de stad gedrukt. Veel Finnen komen uit Helsinki omdat het hier een stuk goedkoper is.

    Vlag

    De Estland vlag heeft drie gelijke horizontale banden in de kleuren blauw, zwart en wit. De kleur blauw staat voor de blauwe lucht, zwart voor de aarde van het land en wit voor het streven naar geluk en licht. Ten tijde van de bezetting door de Sovjets werd de volgende verklaring populair: blauw staat voor vrijheid, zwart voor verloren onafhankelijkheid en wit de hoop op een glorieuze toekomst.

    Bevoking

    Estland heeft ruim 1,3 miljoen inwoners en is net als Letland één van de dunst bevolkte landen van Europa. Van de bevolking is 68% Est en 26% Rus. Daarnaast kleine groepen Oekraïners, Wit-Russen en Finnen. Esten voelen zich met hun taal en culturele verwantschap met de Finnen eerder Scandinaviërs dan Balten. Esten zijn namelijk van Fins-Oegrische herkomst en niet verwant aan inwoners van de twee andere Baltische staten Litouwen en Letland, die van Indo-Europese herkomst zijn.

    Cultuur

    Estland wordt vaak de ‘zingende natie’ genoemd, omdat er, net als in Litouwen, om de 5 jaar in het hele land zangfestivals worden gehouden. Deze zijn zelfs aangewezen als cultureel erfgoed. Het belangrijkste festival van het land is Sint-Jansdag (midzomeravond, 24 juni) met dansen en muziek. Bij feestjes en plechtigheden worden vaak bloemen gegeven, Estland heeft daardoor opmerkelijk veel bloemisten.
    Het internet speelt een belangrijke rol. Vrijwel alle transacties worden online verricht.

    Taal

    In Estland wordt Ests gesproken, dit is net als het Fins een Fins-Oegrische taal. Als gevolg van verschillende bezetters in de afgelopen eeuwen spreken veel Esten, naast hun moedertaal, vloeiend Fins, Russisch en vaak ook Duits. De laatste tijd wordt ook Engels gesproken.

    Religie

    Sinds de onafhankelijkheid in 1991 mogen mensen weer in alle vrijheid hun godsdienst beleven. In Estland is ruim 70% is onkerkelijk; slechts 14% is Luthers en 13% russisch-orthodox.

    We stoppen in het plaatsje Pärnu, niet ver van de grens met Letland. Het oude centrum bestaat uit maar een paar straatjes met voornamelijk houten huizen. In vergelijking met Letland heeft Estland veel meer houten huizen, ook in stedelijk gebied. We lunchen in ‘de Kalverstraat’ van het stadje op een terras. Jan eet er zalmsoep, een gerecht dat op veel menukaarten te vinden is. Het zonnetje schijnt heerlijk en we slenteren nog even rond, waarbij we de orthodoxe kerk zien die genoemd is naar tsarina Catharina de Grote. We vervolgen onze weg en in het plaatsje Virtsu nemen we de ferry, die ons naar een relatief klein eiland, Muhu, brengt.

    Dit eiland is met een dijk verbonden met het eiland Saaremaa en daar rijden we naar onze eindbestemming: Kuressaare. Het hotel is waardeloos; slechte bedden en simpeler kan je het niet treffen. Aangezien we laat en voldoende geluncht hebben doen we het vanavond met een drankje plus snack in het centrum van Kuressaare. Ondanks de slechte weersvoorspellingen hadden we vandaag de hele dag zon en was het 22°.

    Dag 9, zo. 23-06: SAAREMAA  

    Saaremaa

    Voor de westkust van Estland liggen zo’n 800 eilanden. Saaremaa is daarvan de grootste, ongeveer zo groot als onze provincie Drenthe. Het eiland is al 8000 jaar bewoond. In de middeleeuwen woonden er piraten die de eilanden in de Oostzee onveilig maakten. Later werden ze geregeerd door Duitsland, Denemarken, Zweden en Rusland. In de Sovjettijd is het eiland gebruikt als legerbasis door de Russen. Door deze historie vind je op het eiland veel ruïnes, kastelen en kerken uit verschillende tijden. Veel van de kleine plaatsjes op Saaremaa hebben erg oude kerken, die vroeger ook een verdedigingsfunctie hadden.

    Het landschap is overwegend vlak. Er zijn o.a. kliffen, stranden, duinen, bossen, akkers en moerassen. Elk jaar bezoeken honderdduizenden trekvogels Saaremaa waaronder veel beschermde soorten. Verder is Saaremaa ook een bekend kuuroord.

    We maken in de ochtend een rondje met de bus over het eiland, maar het valt allemaal een beetje anders uit dan gedacht. Eerst naar een uitkijkpunt. Het is een hoge uitkijktoren, moeilijk te beklimmen vanwege de hoge treden en gladheid door de regen. En het uitzicht was een “spinazieveld” (woorden van de reisleider). Wij zijn er niet eens aan begonnen en hebben met een paar anderen een korte wandeling door het bos gemaakt.

    Daarna naar het tweede plaatsje van het eiland, waar we koffie zullen drinken. Helaas … geen koffie te bekennen, alleen een erg oud kerkje is open, dat dan weer wel! De reisleider gaat maar eens rondbellen om niet het risico te lopen nog eens bot te vangen. En ja … 15 km verder -Sareemaa is dun bevolkt- zouden ze koffie hebben èn geopend zijn, ook niet onbelangrijk. Ergens aan het water vinden we het bewuste café, dat ‘Rotterdam’ heet. Hier drinken we dus koffie met echte ‘Rotterdamse koeken’(?) erbij. Tot slot naar de kliffen bij Panga. Jammer dat ze niet erg fotogeniek zijn en van bovenaf ook slecht te zien. Gelukkig kan er om deze weinig enerverende ochtend gelachen worden.

    Terug in Kuressaare eerst voor maagvulling zorgen. Dat doen we in een Italiaans restaurant; nog nooit zulke verrukkelijke mosselen gegeten! Daarna even door het kleine centrum met voornamelijk houten huizen gelopen.

    Op het centrale plein zijn veel terrassen, waaronder een met een trapgevel en de naam ‘Waag’. Dit lijkt Nederlandse invloed te zijn, evenals de molens elders op het eiland.

    We zien de kleine orthodoxe kerk, die gebouwd werd in opdracht van de Russische tsarina Catharina de Grote. Waren we haar naam al niet eerder tegengekomen onderweg?! Wat verderop, net buiten het centrum ligt het kasteel van Kuressaare, dat we vanuit het raam van onze hotelkamer kunnen zien. We gaan er maar eens een kijkje nemen. Het is het enige middeleeuwse fort (14e eeuw) in de Baltische staten dat in zijn oorspronkelijke staat is gebleven. Wel leuk om even te zien. Helemaal boven is een café waar we iets drinken. Maar door de bewolking valt het beloofde mooie uitzicht wat tegen. Vervolgens nog naar de haven gelopen waar een sculptuur zou staan die ik erg graag wil zien. Maar deze blijkt aan de andere kant van de haven te liggen en aangezien het begint te miezeren laten we die maar voor wat het is. En dan is het al weer bijna 17.30 uur als we weer op de kamer zijn.

    Het is feest op het veld tussen het kasteel en onze kamer vanwege de Dag van de Overwinning, een nationale feestdag. Aanleiding voor de viering van deze dag op 23 juni is de overwinning in 1918 op een Duits leger. Mooi meegenomen is dat de datum vlak voor Midzomer of St. jan (24 juni) valt, zodat men 2 dagen kan feesten. In Kuressaare worden deze dagen gevierd met eten en drinken, muziek, volksdansen en een vreugdevuur. We gaan er even een kijkje nemen en het is altijd weer aardig de volksdansen te zien, de feestgangers te bekijken en het ontsteken van het vreugdevuur gade te slaan. ‘s Avonds kunnen we op de kamer nog meegenieten van de muziekfestiviteiten.

    Dag 10, ma. 24-06: Saaremaa – TALLINN  

    Gisteren was het grijs met in de middag een heel klein beetje miezer. Vandaag weer stralend zonnig en warm. We rijden opnieuw via de dijk terug naar de ferry. Het gaat allemaal erg voorspoedig: we kunnen meteen de boot op rijden en vertrekken vrijwel direct om vervolgens op het vasteland van Estland richting Tallinn te rijden. En zo arriveren we daar al rond 13.00 uur.

    Tallinn

    Tallinn aan de Finse Golf maakte de grootste bloei door van de 13e tot de 16e eeuw, toen het dé handelsplaats was van het oostelijk deel van de Baltische Zee. Het oude middeleeuwse centrum bestaat uit twee delen, de boven- en benedenstad. Ze worden van elkaar gescheiden door een stadsmuur.

    Had het hotel in Kuressaare iets weg van een simpele jeugdherberg, nu komen we in een gigantisch super-de-luxehotel, compleet met zwembad, sauna, etc. etc. De kamers zijn op dit tijdstip nog niet klaar, dus bagage in de lugguageroom en op stap.

    Benedenstad

    Het drukst bezochte deel van Tallinn is de Benedenstad of Oude Stad; een wirwar van oude straten die haar bloeiperiode kende als Hanzestad. De rijkdom uit de middeleeuwen is terug te zien in de fraaie gebouwen in vrijwel ieder straatje. De Benedenstad is hierdoor één grote toeristische attractie geworden.

    We gaan de oude stad in via de Grote Kustpoort die hoort bij de Margaretapoort, een kanontoren die ook wel de Dikke Margareta genoemd wordt. Als je hem ziet begrijp je wel waarom. De toren en poort zijn niet alleen gebouwd om de stad vanaf de zeezijde te verdedigen, maar ook om indruk te maken op bezoekers die via de haven arriveerden. We kunnen ons hier wel iets bij voorstelllen.

    Als we de poort door zijn komen we in de Pikk Jalg, een lange, belangrijke historische straat die helemaal tot bovenaan de Domberg loopt. Dit was namelijk de straat van de gilden en rijke kooplieden. Hier staan prachtige (middeleeuwse) koopmanshuizen. Als eerste zien we De Drie Gezusters.

    Zoals alle koopmanshuizen waren ze tegelijk woonhuis en opslagplaats. De gebouwengroep vormt de tegenhanger van De Drie Gebroeders in Riga. Het oudste document van handelshuis De Drie Gezusters stamt uit 1362 en vanaf die tijd zijn alle eigenaren van het gebouw te traceren.

    Hoe bijzonder is dat!

    Het Huis van de Zwarte Koppen verderop in de straat is een voormalig gildehuis van de kooplui en stamt uit de 15e eeuw. Op de gebeeldhouwde gevel met kleurrijke deur hangen wapens van Hanzekantoren uit verschillende landen. De naam van de ‘Zwarthoofden’ verwijst naar de Afrikaanse St. Mauritius, de beschermheilige van de broederschap - die overigens alleen in Estland en Letland voorkomt- en die staat op het wapen van de Broederschap .

      

    Iets verderop aan de overkant staat het pand van het Grote Gilde (14e eeuw).

    Het was het verenigingsgebouw van de organisatie van de machtigste kooplieden. Eerst een stenen trap voordat je bij de deur bent. Twee bronzen leeuwen uit de 15e eeuw in de vorm van deurkloppers bewaken het huis. Deze plaats was alleen voor de getrouwde kooplieden In het huis van de Broederschap van de Zwarte Koppen verbleven de jonge ongehuwde kooplieden en reders, die pas na hun trouwen wel konden toetreden tot het Grote Gilde.

    Hoe bijzonder is dat!
    In dezelfde straat is een pand dat je, als je het niet weet, zomaar voorbij zou lopen. Vanaf het dak van dit historische huis kijkt een man kritisch door zijn lorgnet op de mensen neer. Net om de hoek loert vanaf hetzelfde dak een kat naar beneden. Er zijn nog meer bijzondere panden in de straat waar iets over te vertellen valt, maar ik laat het hierbij. We komen langs de Russische ambassade. Ervoor staat een lange rij dranghekken die behangen zijn met protesten tegen de oorlog in Oekraïene, tegen Poetin en tegen zijn daden in het algemeen. Na iets gegeten te hebben lopen we langs de kerk van de H. Geest (13e eeuw). De gelovigen kwam in de middeleeuwen in het noorderschip bijeen. Het zuiderschip deed dienst als ziekenhuis. Het is de enige kerk in Tallinn die zich nog in de oorspronkelijke staat bevindt. We lopen even naar binnen maar slaan de bezichtiging over. De geschilderde klok aan de voorgevel is de oudste publieke tijdmelder in de stad.

    Min of meer om de hoek ligt het Raadhuisplein, al 8 eeuwen het centrum van Tallinn.

    In het verleden was dit, zoals in de meeste historische steden, een marktplein waar handel werd gedreven en de plek waar criminelen in het openbaar een koppie kleiner gemaakt werden. Ook tegenwoordig vinden er regelmatig markten, festivals en openluchtconcerten plaats en in de winter is er de jaarlijkse kerstmarkt. Al sinds 1441 staat er elk jaar een grote kerstboom op het plein. Veel terrassen en voorname koopmanshuizen rondom. Het mooiste en opvallendste gebouw is het oude witte stadhuis, dat in het midden van het plein staat. Het gebouw is van de 14e eeuw en heeft heel bijzondere waterafvoeren.

    Na wat slenteren komen we bij de Virupoort, die we herkennen van ons eerdere bezoek aan Tallinn 20 jaar geleden.

    Deze toegangspoort, eveneens gebouwd in de 14e eeuw, maakte deel uit van de voormalige stadsmuur van Tallinn.  Het grootste deel van de poort werd eind 19e eeuw afgebroken om ruimte te maken voor de paardentramlijn, maar de hoektorens van het bouwwerk bleven staan. ​​Vóór de poort is een kleine bloemenmarkt en erna kom je in de winkelstraat, die weer naar het Raadhuisplein leidt.

    We lopen door de Katariina Käik, een straatje met oude muren en steunbogen. Zo moet het er in de middeleeuwen uitgezien hebben.

    We bekijken wat er nog over is van het Dominicaanse St. Katelijneklooster, dat hier in 1246 al stond en een van de oudste gebouwen is van de stad. Het Stille Meesterhof is een romantisch binnenplaatsje met terras, waar we iets drinken. En dan vinden we het wel weer genoeg voor vandaag; terug naar het hotel. ’s Avonds drinken we buiten een kop koffie. Medereizigers vertellen dat heel dichtbij een Italiaans restaurantje zit. We gaan er naar toe, eten een kleinigheid en dan echt naar de kamer.

    Dag 11, di. 25-06: TALLINN

    Het wordt saai: al weer mooi weer, maar door de wind een tikkie frisser. We beginnen de dag in de Bovenstad.

    Bovenstad

    Toompea of de Domberg is het hoger gelegen stuk van het middeleeuwse centrum en een stuk rustiger c.q. minder toeristisch dan de Benedenstad. Op Toompea woonden vroeger de adel en de geestelijkheid. Dit stadsdeel is slechts bereikbaar via twee straatjes, die van oudsher de benedenstad met de bovenstad verbonden: Lühike jalg (Korte Been) en Pikk jalg (Lange Been). Over de Kortbeen kwamen vroeger de voetgangers, terwijl over de minder steile Langbeen ook paard en wagen naar boven konden komen.

    In de benedenstad woonden vroeger de handwerkers en kooplieden, op wie het stadsrecht van toepassing was. Het kerk- en landrecht gold voor de bewoners van de Bovenstad. Vanaf hun berg konden ze letterlijk en figuurlijk neerkijken op de gewone bevolking. Deze twee groepen leefden vrijwel altijd in onmin met elkaar. Daarom werden er torens, poorten en een muur tussen de twee stadsdelen opgetrokken. Later zou de muur ‘de Muur van Wantrouwen’ worden genoemd.
    We lopen via de 14e eeuwse Pikk Jalg naar boven. Dit is de meest gebruikte route om traploos op de Domberg te komen. Onderaan is een poort.

    Bovenaan, het is een beetje klimmen, de indrukwekkende Alexander Nevski-kathedraal.

    Dit bouwwerk met uienkoepels op de Toompea-heuvel is de belangrijkste Russisch-orthodoxe kathedraal van Estland. Gebouwd in 1900, toen Estland deel uitmaakte van het tsaristische Russische rijk. Toen de roep om onafhankelijk groter werd liet de tsaar deze kerk bouwen als vorm van machtsvertoon, want hij deed dit recht tegenover het Toompea kasteel, vanouds zetel van de macht.

    Niet alleen de buitenkant van de kerk is indrukwekkend, ook de binnenkant. Jammer genoeg is het hier verboden te fotograferen. Je krijgt ook de kans niet om het stiekem te doen, want er staat een legertje controleurs klaar om je tot de orde te roepen.

    Zoals gezegd staat tegenover de kerk het kasteel van Toompea, dat gebouwd werd door de Denen in de 13e eeuw. Tegenwoordig is het de thuisbasis van het parlement van Estland. Het aangebouwde roze deel werd in de 18e eeuw gebouwd door tsaar Peter de Grote als buitenhuis voor zijn vrouw Catharina. Op een van de drie overgebleven hoektorens, de Lange Herman, wappert altijd de vlag van Estland. Tijdens de Baltic Way was deze toren verbonden met de Gediminastoren in Vilnius.

    Op de Domheuvel staat ook de St. Mariakathedraal, de oudste kerk van Estland. Heel lang werd hier de elite van Estland begraven. We weten dat het mogelijk is om over de stadsmuur te lopen, maar we zoeken ons een ongeluk naar een opgang. Tijdens deze zoektocht zien we o.a. de oude artillerietoren Kiek in de Kök.

    Het was de naam van de sterkste van in totaal 46 torens (nu nog 27), die deel uitmaakten van de voormalige stadsmuur. Kiek in de Kök is Nederduits voor ‘Kijkje in de keuken’. Nederduits was gedurende de middeleeuwen de gemeenschappelijke taal, die in de Hanzesteden werd gesproken. De toren heeft deze naam omdat de soldaten zo in de keukens van de omringende huizen konden kijken.

    Verder met de zoektocht. We komen langs een niet erg indrukwekkend uitkijkpunt, drinken koffie op een terras en komen dan bij het Patkuli-uitkijkplatform, vanwaar je wel een mooi uitzicht hebt over de oude stad.

    Eindelijk komen we weer in de benedenstad bij de Nunnetoren, waar -zo is ons verteld- een ingang naar de muur zou zijn. Die is er wel, maar … gesloten! Dan maar eens vragen bij de Toeristeninformatie, waar ons verteld wordt dat we bij de Nunnetoren moeten zijn. Als wij zeggen dat het daar dicht is wordt er driftig in de computer gezocht en wordt er vastgesteld dat we gelijk hebben. Maar het zou wel mogelijk moeten zijn bij de 14e eeuwse Hellemantoren. Wat mij betreft een laatste poging want het is behoorlijk warm en intussen sjouwen we al een hele tijd vergeefs rond. En ja, eindelijk raak. Via smalle donkere wenteltrappen klimmen we helemaal naar boven. En wat vinden we daar? Een ruimte met informatie over de geschiedenis van Tallinn. Daar kwamen we niet voor en we voelen ons bekocht. Maar onderweg terug naar beneden ontdekt Jan een deur en zie daar: een stuk omloop over de muur van ± 200 m tussen twee stadstorens.

    Dan is het de hoogste tijd om te lunchen. Dit doen we op een terras op het Raadhuisplein. Vervolgens bekijken we de eeuwenoude apotheek, die eveneens aan dit plein ligt.

    Niemand weet wanneer de apotheek gebouwd werd, maar in 1422 was ze al aan haar derde eigenaar toe. Het is een van de oudste apotheken van Europa, die nog steeds in gebruik is. Marsepein was één van de bestsellers van de apotheek en volgens de plaatselijke legende werd het hier in de 15e eeuw uitgevonden als geneesmiddel.

    Deze apotheek valt ons wat tegen na de historische apotheken die we in Heidelberg hebben gezien, maar ook in Havana/Cuba. We zijn door de vele reizen kennelijk te veel verwend. Als laatste gaan we naar het Vrijheidsplein met het Vrijheidskruis en het Monument voor de Onafhankelijkheidsoorlog.

    En dan terug naar het hotel waar we ’s avonds prima eten.

    Dag 12, wo. 26-06: Tallinn – HELSINKI (Finland)

    Vandaag gaan we naar Helsinki in Finland. Er zou om 09.00 uur een bus klaar moeten staan om ons naar de ferryterminal te brengen. Maar op dat tijdstip geen bus. Er wordt gebeld met als resultaat: geen bus. Dus lopen we een kleine 1,5 km met de bagage naar de terminal; leve de koffers/tassen met wieltjes! Het is een enorm en heel modern gebouw. Ook het schip is reusachtig. We zien het al aan de massa mensen die aan boord gaat. Het lijkt wel een cruiseschip: 10 dekken, waaronder een aantal voor auto’s. De ferry vertrekt om 10.30 uur. We zetten de bagage bij elkaar en Paul, de reisleider, zal een oogje in het zeil houden. Het grootste deel van de overtocht zitten we in het zonnetje op het achterdek. Er wordt flink gecontroleerd in de Finse Golf, want in de haven van Tallinn zien we al een Frans oorlogsschip liggen en onderweg een onderzeeboot varen. Om 12.30 uur arriveren we in Helsinki en een klein uur later in het hotel.

      

    HELSINKI, Finland

    Geschiedenis

    De Finse geschiedenis is nauw verbonden met vooral Zweden en Rusland. Finland was een deel van het Zweedse koninkrijk van 1249 tot 1809. In 1550 werd Helsinki gesticht door de Zweedse koning Gustaaf I. Zijn doel was om van de stad een handelsconcurrent te maken van Tallinn aan de overkant van de Finse Golf. Maar dit verliep niet zoals verwacht: Helsinki bleef economisch een onaanzienlijk stadje. Totdat begin 19e eeuw Finland door het Russische Rijk ingenomen werd. Zij verplaatsten in 1812 de hoofdstad van Turku naar Helsinki om de hoofdstad dichter bij Sint-Petersburg te brengen. Vanaf dat moment groeide de stad en er kwam o.a. een universiteit.

    Na de Russische Revolutie in 1917 werd Finland onafhankelijk. Dit ging echter gepaard met een burgeroorlog waarbij Helsinki het strijdtoneel werd. In WO-II bleef Helsinki vrij van vreemde overheersing, maar werd wel zwaar door Sovjetvliegtuigen gebombardeerd.

    Helsinki nu.

    Helsinki is de hoofdstad en tevens de grootste stad  van de Republiek Finland; 20% van de bevolking woont er. De stad staat o.a. bekend om haar hoge levensstandaard en milieuvriendelijk leven. Ook lopen de Finnen op veel gebieden voor op de rest van Europa, m.n. op het terrein van technologie, maar ook op het gebied van onderwijs, medische zorg en wetgeving.

    Helsinki ligt aan de zuidkust van het land aan de Finse Golf op de punt van een schiereiland en strekt zich uit over 315 (!) eilanden, waardoor de stad een afwijkende structuur heeft. Zo zijn er meerdere havens, is er geen echte rondweg en telt Helsinki een groot aantal bruggen. De natuur speelt in Helsinki een grote rol, alle woonwijken zijn namelijk omgeven door parken of bossen en natuurlijk door de zee.

    Spullen op de kamer en meteen de stad in. We lopen naar de oude haven, waar niet alleen de veerboten naar omliggende eilanden vertrekken, maar ook naar Tallinn. Aan de haven ligt het marktplein; erg druk, maar gezellig. Er staan veel kraampjes: van de gebruikelijke tot toeristische marktkramen en kraampjes vol etenswaren. Vooral bij de eetkramen is het erg druk. Het schijnt dat je hier nog betaalbaar kunt eten. Iets verderop ligt de oude markthal, de Kauppahalli. Deze overdekte markt bestaat al sinds 1889 en met de houten kraampjes kan je je voorstellen hoe het er toen aan toe ging. Nu is het een Finse foodmarket met veel eetgelegenheden en Finse specialiteiten. We eten er een kleinigheid en verbazen ons over de talloze soorten zalm en de blikken met eland- of rendiervlees. Zelfs berenvlees is in blik verkrijgbaar!

    Weer buiten kunnen we de Uspenskikathedraal zien liggen en lopen er naar toe.

    Uspenski is de grootste russisch-orthodoxe kerk van West- en Noord-Europa en werd voltooid in 1868. Deze kerk laat duidelijk de Russische invloed op de Finse geschiedenis zien. Om de kerk zo imponerend mogelijk te maken is hij op een kunstmatige heuvel gebouwd op het schiereiland Katajanokki. Er werden voor dit grote gebouw meer dan 700.000 rode bakstenen gebruikt, die mooi afsteken tegen de 13 groene torens (1 van 33 m hoog en 12 kleine), symbolisch voor Jezus en de twaalf apostelen. Op de torens staan de karakteristieke uivormige gouden koepels.

    Het is dus even klimmen naar boven. Je kijkt hier uit op de markt en andere historische gebouwen. Ook binnen is deze kerk de moeite waard.

    Een paar honderd meter verderop ligt het Senaatsplein, een enorm plein en in feite het belangrijkste plein van Helsinki, waar altijd wel wat te doen is. Veel belangrijke gebouwen liggen aan dit plein, zoals het Paleis van de Raad van State, de universiteit van Helsinki, de nationale bibliotheek en de kathedraal van Helsinki. Midden op het Senaatsplein staat het standbeeld van tsaar Alexander II (destijds grootvorst van Finland). De vrouwen rond de tsaar zijn allegorieën voor wet, vrede, licht en arbeid.

    Om bij de Lutherse kathedraal te komen moet er nog wel een flink aantal treden genomen worden, want hij ligt behoorlijk hoger dan het Senaatsplein.

    Dit grote, witte gebouw werd in de eerste helft van de 19e eeuw gebouwd als eerbetoon aan groothertog en tsaar Nicolaas I van Rusland en heette tot de onafhankelijkheid in 1917 de St.-Nicolaaskerk. De kerk heeft een grote groene koepel en 4 kleinere. De beelden van de 12 apostelen zijn verdeeld over de 4 ingangen die de kerk heeft. Aan de buitenkant staan rondom korinthische zuilen en de gevel is versierd met reliëfs van scènes uit het leven van Jezus.

    Binnen is de kerk licht, sober en verfijnd. Ik vind vooral de preekstoel in empirestoel mooi en bijzonder.

    Dit plaatje is van internet, omdat de grote toren nu in de steigers staat.

    Weer verder. Op weg naar het station zien we een meisje dat wel een heel bijzonder hondje uitlaat. Wat dichterbij gekomen zien we dat het geen hond, maar een konijn is! Het Centraal Station is gebouwd in 1919 in art nouveau-stijl. Het is gemaakt van Fins roze graniet, gecombineerd met koper en glas. Belangrijke kenmerken van het gebouw zijn de groene klokkentoren (die als wij er zijn in de steigers staat) en de beelden aan weerskanten van de hoofdingang. Deze figuren houden glazen bollen vast die in het donker licht geven.

    Schuin tegenover het station staat het Ateneum Kunstmuseum, dat wat kasteelachtig aandoet met de 2 torens. Al veel gezien deze middag in Helsinki, maar het is genoeg voor vandaag. Morgen verder kijken.

    Dag 13, do. 27-06: HELSINKI

    We hebben ons plan voor vandaag gemaakt: eerst naar het Sibeliuspark. Ik had thuis op internet een tramlijn gezien, die langs veel bezienswaardigheden komt of in elk geval in de buurt ervan. We lopen dus eerst naar de Toeristeninfo aan het Senaatsplein om te vragen waar deze tramlijn stopt. Maar helaas, die bestaat niet meer. Er wordt ons een andere tramlijn gewezen die ons redelijk in de buurt van het Sibeliuspark kan brengen. De kaartjes kunnen we bij de automaat bij de halte kopen. Makkelijker gezegd dan gedaan, want het lukt van geen kant. Ook niet met de hulp van een vriendelijke Finse vrouw. Bij het instappen vertellen we de conducteur dat het apparaat in gebreke bleef. Het boeit hem niet of hij verstaat ons niet dus gaan we maar gewoon zitten. Dat valt mee. Na de rit moeten we nog een stuk lopen en komen dan in het park dat in 1945 de naam Sibeliuspark kreeg bij gelegenheid van de 80e verjaardag van de beroemde componist.

    In het park staat ook het roestvrijstalen Sibeliusmonument, dat eigenlijk uit 2 delen bestaat. Als eerste is er een kleine sculptuur met het hoofd van Sibelius, omgeven door enkele vrije vormen. Klein in vergelijking met het andere deel.

    Een paar meter verderop staat een grote sculptuur van 8,5 m hoog en 10,5 m breed. Deze bestaat uit meer dan 600 met elkaar verbonden orgelpijpen, waarvan er maar een paar op de rotsbodem staan. Bijzonder, want Sibelius heeft nooit voor orgel gecomponeerd! Het kunnen ook boomstammen verbeelden, omdat de Finse natuur een inspiratiebron voor hem was. De orgelachtige verzameling van stalen pijpen maakt grote indruk: de pijpen zijn niet glad, maar allemaal anders gedecoreerd. Als je onder het monument staat ervaar je hoe imposant de afmetingen zijn en het kunstwerk is zo ontworpen dat het zijn eigen muziek componeert wanneer de wind door de holle pijpen waait.

    Het Sibeliuspark ligt deels aan het water en iets verderop drinken we aan de waterkant iets bij een oude houten kiosk en genieten van de rust, de zon, het water en de zwanen.

    Het tweede punt op het lijstje voor vandaag is de Temppeliaukio Rotskerk. Deze werd in 1969 niet òp een rots gebouwd, maar erin. Doet even denken aan de beroemde Georgiuskerk in Lalibela (Ethiopië), die ook in een rots gebouwd is. Maar met een wezenlijk verschil: de rots in Helsinki werd met explosieven opgeblazen en de kerk in Lalibela werd met de hand uitgehakt. Tijden veranderen.

    De ontwerpers bliezen het bovenste deel van de rots op en dekten het ontstane gat af met een koepel van koper en glas met een diameter van 24 m, wat er van buiten uitziet als een vliegende schotel. Het glas is onderverdeeld in 180 langwerpige ruiten die allemaal een andere lengte hebben zodat ze direct passen op de grillige rotsformatie eronder. De rotswanden lieten zij in de originele staat omdat dit de akoestiek ten goede kwam. Om die reden vinden er in de kerk dan ook regelmatig concerten plaats.

    Heel bijzonder en heel indrukwekkend.

    Van onze reisleider hoorden we dat er behalve de Nationale Bibliotheek van Finland ook een nieuwe, hypermoderne bibliotheek is. Na enig zoeken vinden we ‘Oodi bibliotheek en Cultureel centrum’. Het is een groot, golvend gebouw opgetrokken uit glas en hout Alleen de buitenkant vind ik al geweldig!

    Oodi, wat 'Ode' betekent, is een van de modernste en innovatieve bibliotheken ter wereld. Naast de traditionele bibliotheekfuncties biedt het gebouw ook ruimte voor evenementen, workshops, tentoonstellingen en vergaderingen.
    • Beneden bevinden zich de actieve publieksvoorzieningen en grote evenementenlocaties, zoals de bioscoop en een zaal voor verschillende doeleinden.
    • De volgende verdieping is gewijd aan werken, leren door te doen, interactie en tijd delen met anderen, en beschikt over studio's, speelkamers, stedelijke   werkplaatsen, werk- en vergaderruimten, een keuken waar met een groep gekookt kan worden en groepswerkfaciliteiten.
    • De bovenste verdieping is een plek om te ontspannen en tot rust te komen. Onder het golvende plafond kan men even pauzeren van de dagelijkse bezigheden, een   kopje koffie drinken en het uitzicht bewonderen vanaf het Burgerbalkon. Deze verdieping lijkt het meest op een traditionele bibliotheek. Hier is ook de   kinderafdeling gevestigd.

    Er is nog veel meer, te veel om op te noemen. Het is schitterend allemaal en we zijn zeer onder de indruk. Lunchen doen we hier buiten op het dakterras, waar je een mooi uitzicht op een deel van Helsinki hebt. Op internet had ik iets over de Kamppi Chapel gelezen. Dus daarnaar op zoek en gevonden!

    Bij een groot winkelcentrum staat een ruim 11 m hoge kapel. Hij is gebouwd van verschillende soorten Fins hout, heeft een asymetrisch ovale vorm en ziet er een beetje uit als een grote badkuip. De kapel is bedoeld om in de drukte van de stad even tot rust te komen en staat dan ook bekend als de ‘kapel van de stilte’. Een kaarsje opsteken kan ook. Kamppi Chapel hoort niet bij een bepaalde godsdienst; erediensten of andere religieuze gebeurtenissen, zoals dopen of huwelijksceremonies, vinden er dan ook niet plaats. Er is alleen stilte. Wel kan je in het aangrenzende gebouw terecht voor een gesprek bij vertegenwoordigers van diverse religies of  maatschappelijk werkers.

    Nu nog even langs de supermarkt om wat te drinken te halen en dan krijgen de voeten even rust. Als afscheid eten we ’s avonds met de groep heel geanimeerd in een restaurant vlak in de buurt. En natuurlijk een dankwoord plus tip van de groep voor onze super reisleider Paul.

    Dag 14, vr. 28-06: Helsinki via Riga – AMSTERDAM

    We moeten om 12.00 uur van de kamer. De tijd is te kort om nog echt iets te ondernemen, zoals bijv. de botanische tuin. Dus drentelen we nog even doelloos rond. Om 12.45 uur worden we opgehaald door een bus en naar het vliegveld gebracht. Onze vlucht zou om 15.20 uur naar Riga vertrekken en daar zouden we een vrij korte overstaptijd hebben van 40 minuten. Ik schrijf ‘zouden’, want vlak voor vertrek naar het vliegveld krijgen we een app dat het vliegtuig een vertraging van 1,5 uur heeft. Dat gaat ‘m dus niet worden. Na veel heen-en-weergebel door Paul (een gouden reisleider!) wordt onze vlucht met airBaltic omgeboekt naar een vlucht met Finair rechtstreeks naar Amsterdam. Maar dan wel de volgende ochtend. Door airBaltic wordt voor ons een hotel geregeld op 5 autominuten van het vliegveld.

    Onze bus is dan natuurlijk al lang weg, dus wordt een aantal taxi’s gecharterd. We drinken eerst wat bij de bar, want de kamers zijn nog niet klaar. We maken er maar het beste van.

    Later eten we gezamenlijk en dan vroeg in ons mandje, want de wekker gaat morgen om 04.00 uur al af.

    Dag 15, za.  29-06: Helsinki - AMSTERDAM

    We zitten voor dag en dauw aan het ontbijt want om 06.00 uur zullen de taxi’s, die Paul via de receptie van het hotel besteld heeft, klaar staan om ons weer naar het vliegveld te brengen. Maar die staan er niet op dat tijdstip. Bellen, bellen, bellen. De taxicentrentrale beweert geen aanvraag gekregen te hebben en de hotelreceptie zegt die wel gedaan te hebben. Hoe dan ook, er moeten met de grootste spoed taxi’s geregeld worden, want de tijd dringt: de vlucht gaat om 08.10 uur. Op het vliegveld bij de security is het even schrikken: enorme rijen, maar alles komt (nog net!) op z’n pootjes terecht. Pfff … Even voor 09.30 uur plaatselijke tijd landen we op Schiphol. De auto opgehaald en naar huis. Het verkeer rond Amsterdam staat behoorlijk vast en om 14.00 uur zijn we dan eindelijk thuis van een mooie vakantie in de Baltische staten.

    De reis krijgt nog een staartje
    Aangezien we de transfer in Riga niet konden halen en we genoodzaakt waren in Helsinki te overnachten werd op kosten van airBaltic een hotel in de buurt van het vliegveld geregeld. De verblijfskosten zouden we later bij airBaltic kunnen declareren. Uiteindelijk krijgen we in juli van airBaltic € 55,- terug, t.w. € 19,- taxikosten en € 18,- p.p. voor het eten (een bedrag waar je volgens reisleider Paul in Helsinki net een broodje kaas en een flesje water van kan kopen!). We moeten er dus flink op toeleggen voor eten en drankjes, want Finland is duur. En de vele uren vertraging worden afgedaan met ‘overmacht’. Bijna anderhalve maand (!) na thuiskomst krijgen we van Djoser bericht dat ze willen proberen een gezamenlijke claim voor de groep in te dienen. Voor ons dus te laat.



    Djoser

    Home Reizen van Jan en Carla